Wanneer gebitscontrole

 

Het is moeilijk om duidelijk aan te geven hoe vaak een paard behandeld moet worden.  Elk gebit is anders en heeft dus verschillende zorg nodig. Het is o.a. afhankelijk van de leeftijd van het paard, waar het paard voor gebruikt wordt en of het paard bijvoorbeeld een afwijking heeft, zoals een ernstige overbite, die regelmatig gecorrigeerd moet worden.  

Tussen de leeftijd van 2,5 en 5 jaar zijn paarden aan het wisselen en daarom is het erg belangrijk dat zij in deze periode halfjaarlijks gecontroleerd en, indien nodig, behandeld worden. In deze periode worden paarden ook zadelmak gemaakt en ook daarom is het van belang dat er gecontroleerd wordt of er geen wolfskiesjes of achtergebleven doppen in de mond zitten, daar deze onregelmatigheid en pijn in de mond kunnen veroorzaken. Dit kan vervelend gedrag zoals staken of bokken veroorzaken en geeft de jonge paarden een nare eerste kennismaking met de ruiter en het bit. 

Volwassen paarden vanaf 5 jaar zijn helemaal klaar met wisselen. Als het gebit van de paarden vanaf jonge leeftijd goed onderhouden is en goed in balans is gebracht, is een jaarlijkse behandeling voldoende, tenzij zich tussentijds bijzondere problemen voordoen. Wanneer een paard grotere problemen in zijn mond heeft kan het zijn dat het gebit in een korte periode meerdere malen behandeld moet worden om een zo goed mogelijk resultaat te krijgen.

Door je paard goed te observeren kun je  zelf gebitsproblemen constateren. Als je de tijd neemt het gedrag van je paard te bestuderen tijdens het rijden, het eten, de dagelijkse poetsbeurt of tijdens de gang naar de wei, zul je veel te weten komen. Door te luisteren kun je bijvoorbeeld horen of je paard blokkeert tijdens het kauwen. Het is belangrijk dat de eigenaar eventuele problemen leert zien en zich realiseert dat de oorzaak een gebitsprobleem zou kunnen zijn.